zondag 27 mei 2007

Gabon

Onderweg van Yaoundé naar de grens van Gabon waren er aardig wat roadblocks met nogal chagrijnige agenten. Steeds wilden ze allerlei papieren inzien en moesten we hen onze brandblusser en gevarendriehoek showen. Maar helaas voor hen, ze konden ons nergens op pakken, alles was in orde.

De grensovergang verliep langzaam, we moesten ons bij meerdere kantoortjes registreren, heel irritant. Ook wilden ze weten wat er allemaal in onze auto zit, maar gelukkig was een vluchtige blik voldoende, en hoefden we niet alles eruit te halen.

In Bitam, Gabon, kwamen we bij het gendarmeriekantoortje Paul weer tegen. Na lang wachten op onze paspoortstempels zijn we met z’n 3-en naar een mission in Oyem gereden. De weg was daar verbazingwekkend goed, asfalt zonder gaten, én er waren zelfs verkeersborden met daarop namen van dorpen en steden aangegeven! Die hebben we lange tijd niet gezien.

In het donker kwamen we bij de mission aan, en werden heel vriendelijk ontvangen door de priester. Hij liet ons de douche en toiletten zien (schoon én warm water!) en we mochten er kamperen voor een zelf te kiezen bedrag, wat wil je nog meer. Die avond zagen we het in de verte al weerlichten, en ’s nachts was het bingo; onze eerste echte tropische regen- en onweersbui…We werden midden in de nacht wakker van het lawaai van klaterend water, een gigantische regenbui die naderde. Snel alle tentflappen dicht geritst, net op tijd, want kort daarop kwam het met bakken uit de lucht en volgden er enorme onweersklappen. Steeds tellen om te weten hoe ver/dichtbij het onweer was, het klonk afschuwelijk hard. We hadden voor de zekerheid onze kleren al aangetrokken en zaten startklaar, zodat we de auto in konden vluchten als het te erg zou worden, de klappen volgden de flitsen namelijk steeds sneller op. Maar gelukkig dreef de bui na een paar uur over. Toch best spannend hoor, zo in een daktentje!


Van Oyem zijn we met Paul samen naar Libreville gegaan, via een piste langs Medouneu (grens met Equatoriaal Guinea) en dwars door Monts de Cristal, een van de tropische regenwouden van Gabon. Deze route was werkelijk prachtig! Gigantische reuzen van bomen, felgekleurde vlindertjes, enge houten bruggetjes waarvan we regelmatig eerst wat planken moesten rechtleggen om erover heen te kunnen, een schorpioen, en vele zwarte slierten die over de weg kronkelden; mierendorpen die overstaken.



Na 1 van de houten bruggetjes was een enorm gat in de weg, welke we niet op tijd hadden gezien. Balen, want door de klap brak 1 van de bladveren rechtsachter…wéér garagebezoek in het vooruitzicht. Toen we bijna het regenwoud uitreden, kwam een dorpsbewoner vragen of we bij hem kwamen eten…gorilla. Nou eh, nee, geen bushmeat voor ons. Ten eerste vinden we het zielig en ten tweede waarschuwen ze er in de reisgidsen al voor, ivm besmetting van o.a. het Ebolavirus, dus we hebben vriendelijk bedankt.

Via een weg met bijna meer potholes dan asfalt kwamen we begin van de avond Libreville binnen rijden. Met behulp van onze Gabonreisgids met plattegrond zónder straatnamen én veel vragen aan de bewoners, probeerden we de weg in de stad te vinden, dat was zoals in vele steden weer niet makkelijk. We zochten de katholieke mission, waarvan we gehoord hadden dat het een geschikt adres moest zijn. Bij de verkeerde kerk, zonder mission, kwam een hele vriendelijke vrouw naar ons toe. Ze gaf aan dat ze ons wel naar de mission zou brengen; we konden achter haar aan rijden. Toen we daar aankwamen om 21.00uur, en de zusters al op bed lagen, mochten we eigenlijk niet meer naar binnen van de nachtwaker. Maar nadat de vrouw een goed woordje voor ons gedaan had, werden de poorten alsnog geopend.

Tja, sinds Kameroen is onze West-Africa Lonely Planet gids geëindigd, en vanaf Namibië is er pas weer info in de Southern-Africa gids te vinden. Over Gabon, Kongo, DRC en Angola is helaas niet zoveel info. Alleen nog wat oude informatie in de duitse Durch Afrika gids uit 2003. In de West-Africa LP staat overigens dat de overlandroute vanaf Kameroen naar beneden toch wel voor de hardcore people is….maar tot nu toe vonden we het eigenlijk nog best meevallen.

De volgende dag bij de mission kwamen we Amaya en Eric (Amerikaans en Frans) tegen, zij zijn al 11 maanden onderweg in Afrika, op de fiets! Wel leuk om te horen wat zij allemaal al meegemaakt hebben, op de fiets beleef je Afrika toch weer heel anders dan met de auto.

Met behulp van Eric (vanwege z’n Frans) heeft Tom een garageman gebeld, om te laten kijken naar de auto (bladveer). De man kwam langs bij de mission, en gaf aan het wel te kunnen regelen. Wel een prettig gevoel dat de garageman een bekende is van de zusters van de mission, zij brengen hun auto’s namelijk ook altijd bij hem langs. Dan heb je tenminste een beetje het gevoel dat het in orde komt. De dag erop kwam de garageman ons ’s morgens om 07.45uur ophalen bij de mission, en reden we achter hem aan naar de garage. De bladveer bleek toch niet op voorraad en ook lastig te vinden bij andere garages. Maar…aan het einde van de middag, toen de man terugkwam van zijn 2e zoektocht, had hij een bladverenpakket bij zich, wat hij bij een andere garage van een auto had gesloopt. Ach, het is weer geregeld en om 17.00uur konden we ál naar huis.

We hadden gehoopt in Libreville bij de Ambassade van Angola double-entry visa te kunnen regelen, zodat we eventueel in Cabinda de boot naar Luanda zouden kunnen pakken, en zo DRC konden overslaan. Maar helaas bleek dit niet mogelijk te zijn. Ach, dat maakt de beslissing qua route alleen maar weer makkelijker. De route wordt nu: Libreville, Lambarené, Ndende, Nyanga, Dolisie, Brazzaville, Kinshasa, Matadi. In Matadi zullen we dan de visa voor Angola aanvragen. Omdat Paul sowieso al had besloten om via Brazzaville te gaan rijden, en we de afgelopen dagen toch heel gezellig hadden samen gereisd, spraken we af om ook de komende route, tot en met Angola, met z’n 3-en te doen. We hadden gehoord dat de wegen richting Brazzaville slechter zullen zijn, dus dan is het naast dat het gezellig is, ook fijn elkaar te kunnen helpen als je in de problemen komt.

11 mei zijn we vertrokken uit Libreville, een spannende dag, want vandaag zouden we over de evenaar gaan, toch best een unieke belevenis. Laura heeft onderweg goed de GPS in de gaten gehouden, en op een gegeven moment was het zover…allemaal nullen in beeld bij de Noorderbreedtegraad…. welkom Zuiderbreedte!

In Lambarené hebben we ook weer een mission opgezocht om te kamperen. We werden door een Argentijns nonnetje aan alle andere nonnetjes voorgesteld en we kregen meteen een rondleiding over het terrein. Wat een super lieve mensen. En het zag er heel mooi en verzorgd uit, een aantal mission-gebouwen rondom een prachtige binnentuin waar je vrolijk werd van de vogeltjes die daar uit volle borst zongen.

De dag erop wilden we Ndendé proberen te halen voor het donker, maar dat viel tegen. De route was mooi, en ging van bossen over naar helgroene grasheuvels. Alleen was de weg erg slecht, waardoor we net voor donker Mouila bereikten. We hebben daar overnacht op de parkeerplaats van een hotel en werden ’s nachts weer wakkeer gemaakt door enorme regenbuien, die voortduurden tot en met de volgende ochtend. Geen pretje om de daktent in te pakken tijdens stromende regen, maar in onze “tweetie-gele”regenjassen hebben we alles opgeruimd en zijn we onderweg naar Ndendé gegaan. We hadden een slecht voorgevoel, de heftige regenbuien zorgen er voor dat de wegen nog slechter werden. En ja, het voorgevoel klopte. We kwamen de ene na de andere gigantische plas tegen, en op een gegeven moment kwamen we op een punt, waar we, voor zover we konden kijken, alleen maar water zagen. De rivieren in het gebied ernaast waren overstroomd en stroomden nu over deze weg. Paul begon zich al een beetje ongerust te maken, aangezien het water, na een stukje erin te lopen, tot boven z’n knieën kwam. Gelukkig kwam er een pick-up aan, waar Paul en z’n motor op mee mochten liften. Wij kwamen er daarna ook redelijk goed doorheen, alleen natte voetjes, maar als dat alles is…

De rest van de weg naar Ndendé was ook zeer slecht, waardoor na schrapen over de modder en kleibergen, onderweg de beschermplaat onder onze auto losliet. Tom en Paul hebben toen als bush-mechanics de plaat weer vastgemaakt. Later ontdekten we ook een gat in de uitlaat en kraakte het onder Laura’s voeten wel erg bij het chassis. In Ndendé hebben we daarom een garage opgezocht. Wel lastig aangezien het zondag was, en iedereen naar de kerk was. Maar na veel navraag bij de niet-naar-de-kerk-gaande dorpsbewoners, werden we bij een garage gebracht; een werkplaats bij iemand thuis. Het was daar één grote rommel, en er hingen een stuk of 15 kleine nieuwsgierige kindjes rond. Toen we gepiep hoorden, en vroegen wat dat was, lieten de kindjes ons een groot hok zien met zo’n 50 cavia’s, die houden ze daar om vet te mesten en daarna op te eten…Tijdens het wachten op het repareren van het gat in de uitlaat, en het lassen van het chassispunt(met behulp van karbiet..!), nam Laura een paar foto’s van het geheel. En ook hier bezorgde onze digitale camera Laura weer een hoop kindjes die haar half besprongen om op de foto te mogen.


Ook moesten we in Ndendé bij het gendarmeriekantoortje onze paspoorten uitstempelen, maar het kantoor was gesloten. In het dorp vertelden de bewoners ons dat de chef naar de kerk was, maar dat hij daarna vast wel even tijd wilde maken om te stempelen. En ja hoor, nadat we wat gedronken hadden op een terrasje, stond de chef in ene voor ons. De bewoners hadden hem al uitgebreid verteld dat een stel toeristen hem zochten. Hij deed het kantoor voor ons open en stempelde heel snel onze paspoorten, zonder vragen te stellen of papieren na te kijken, om zo snel mogelijk weer van z’n vrije zondag te kunnen genieten.

Eind van de middag kwamen we bij het douanekantoor van Gabon aan, om de uitstempel te halen voor het Carnet de Passage. Hier wilden ze ons geld voor laten betalen, belachelijk. Na lang en heftig discussiëren met de chef op het kantoor, en vragen om een bon van dat zogenaamde verplichte bedrag, had hij door dat hij zijn zin niet kreeg, en liet hij ons gelukkig zonder te betalen gaan.

De Google Earth waypoints vind je hier:Gabon.

donderdag 24 mei 2007

Kameroen

Na een nacht kamperen bij de grenspost in Otu, zijn we 28 april naar Mamfé gereden. Onderweg zijn we over een, vonden wij, toch wel stoere brug gereden. We stopten op de brug om even van het uitzicht te genieten en een foto te maken, maar Tom kwam iets te dicht bij de rand en verloor 1 van z’n slippers. De Stroming was zo sterk, dat de slipper heel snel wegdreef. Een man die aan de oever van de rivier stond, probeerde erachteraan te rennen met de stroming mee, maar helaas hij was te laat…dag slipper! Op de brug meteen al nieuwsgierige aagjes; een stel hangjongens wilden ook op de foto. En het feit dat je na het maken, de foto direct kan bekijken, was nieuw voor hen, ze vonden het geweldig. Lang leve de digitale camera!



In Mamfé aan gekomen, hebben we de markt opgezocht om voor Tom een stel nieuwe slippers te scoren. Aan de rand van de straat waren tientallen kraampjes en kleden met daarop oude en nieuwe schoenen en slippers. Aangezien Tom op blote voeten door de straat liep, zagen alle schoen/slipperverkopers natuurlijk hun kans. Van alle kanten werd op z’n Afrikaans onze aandacht getrokken; “Tssss Tssss!!!” en werden de prachtigste exemplaren ons aangewezen en voorgehouden…met als resultaat…een stel beeldschone groenblauwe plastic slippers voor, jawel, 50 cent.

Bij het hotel in Mamfé, waar we op de parkeerplaats mochten kamperen, waren een stel vrouwen buiten op het terras eten aan het koken. Het rook er zo lekker, en we hadden trek, dus vroeg Tom of we bij hen wat eten konden bestellen. Maar in plaats van eten kopen, werden we uitgenodigd door de vrouwen om met hen mee te komen eten. We werden door 1 van hen naar de andere kant van de straat begeleid, naar een ander gebouw wat bij het hotel hoort. Er werd daar een In Memoriam gehouden, ter nagedachtenis van 2 familieleden, die een paar jaar geleden zijn overleden. Toen we dat hoorden voelden ons zo ongemakkelijk, als buitenstaander in een familiebijeenkomst, en we probeerden ze uit te leggen dat we absoluut niet wilden storen bij zo’n speciaal iets. Maar iedereen stond erop dat we meegingen, en zo werden we naar een zaal gebracht, vol met mooi versierde tafels en stoelen. Aan de tafel waar wij mochten plaatsnemen, zat Henry Bisong, de zoon van de overleden man en vrouw. We hebben gezellig met Henry en zijn dochter zitten praten over onze reis en Kameroen, en ze legden ons ook uit wat deze traditie precies inhoudt. Wat ons opviel, was dat iedereen hier heel vrolijk was, geen droevige stemming wat we hadden verwacht. De directe familieleden van de overleden personen, droegen allemaal een speciaal gemaakt pak, van een stof welke bedrukt was met de foto’s van de overleden personen, sommige mensen droegen een In Memoriam-t-shirt. Aan tafel werden we verwend met nootjes en wijn, en na een korte speech van 1 van de familieleden, ging het lopend buffet van start. Allemaal onbekende gerechten voor ons, leuk om te proberen! Tijdens het eten vertelde Henry dat hij in Yaoundé als dokter in een kliniek werkt, waar mensen met HIV worden genezen. Dat vonden we toch wel erg apart, en betwijfelden of we dat moesten geloven. Hij bood ons daarom aan om hem op te zoeken als we in Yaoundé zijn, om ons in zijn kliniek de resultaten van het medicijn te showen, dus kregen we zijn telefoonnummer mee. Wat een vreemde, maar heel speciale middag, met hele speciale en supervriendelijke mensen!


Na Mamfé zijn we naar Limbé gereden, al hobbelend en zigzaggend vanwege de vele potholes in de weg, maar wel weer een mooie route dwars door het bos. In de kleine dorpjes werd er door de kindjes heftig naar ons gezwaaid en “hey whiteman!” geroepen. Af en toe veranderde het zwaaihandje ook wat van koers… eerst zwaaien en daarna handje ophouden en “donne moi argent!” roepen.


In Limbé vonden we een hotel direct aan zee, met uitzicht op Malabo (eiland van Equatoriaal Guinea). Hier hebben we een paar dagen gekampeerd, en o.a. geprobeerd het elektraprobleem op te lossen, want we hadden wéér rookwolkjes in de auto. Dus is Tom tussen de regenbuien door onder de auto gekropen. Hij heeft de hele draadboom losgehaald, nagekeken, en een paar draden vervangen, maar helaas werkten daarna nog steeds niet alle lichten, dus toch maar een garage opzoeken in Yaoundé.



Op weg naar Yaoundé kwamen we Paul tegen, een motorrijder uit Engeland, die we al eerder ontmoet hadden in Calabar (Nigeria). Paul is met zijn Yamaha XT 600 ook op weg naar Zuid-Afrika en is toevallig 1 dag vóór ons vertrokken, 11 februari.

Afgesproken met Paul om die avond te kamperen bij de mission. Het was moeilijk te vinden, Yaoundé is toch een flinke stad. En als je de weg vraagt, is het ook hier weer hetzelfde liedje. De mensen luisteren niet naar wat je vraagt, maar kijken met grote ogen naar al dat moois achter je in de auto. En ook al weten ze de weg wel of niet, het antwoord is altijd: “tout droit”. Wat ook erg leuk is; áls ze dan wél een keer goed naar je geluisterd hebben, en ze proberen je uit te leggen welke afslag je moet nemen…wijzen ze naar rechts terwijl ze “a gauche”zeggen, en wijzen ze links, terwijl ze “a droite” zeggen. Ons franse woordenboek zegt toch écht wat anders! Maar na wat meerdere keren vragen, lukt het dan meestal wel om de weg te vinden hoor, je moet alleen een beetje geduld hebben.

Onze eerste mission tijdens de reis, Foyer de l’Eglise Presbytarian; een groot huis met kamers, en een groot grasveld erbij waarop we mochten kamperen. In het huis woont een familie. En iedere keer als zij de deur uit gingen, deden ze de deur op slot, en konden we geen water of de badkamer gebruiken. Dat was wat minder, maar verder was het een prima plekje zo midden in de stad om een paar dagen te verblijven. We vonden hier mooi wat rommelen in en aan de auto en Tom en Paul hebben samen nog aan Paul’s motor gesleuteld.



In Yaoundé hebben we de visa voor Gabon en Congo geregeld. Het was bij de Gabonese Ambassade dat ons voor het eerst de toegang werd geweigerd ivm kleding. Tom droeg een korte broek en Laura een 3kwart, tot nu toe was dit nog nooit een probleem geweest, maar Tom mocht hier absoluut niet naar binnen. Dus moest hij op het stoepje buiten wachten, en heeft Laura de formulieren ingevuld en buiten op het stoepje Tom z’n handtekening laten zetten. Ach, zo kan het ook. Voor de Congolese Ambassade was een korte broek dan weer geen probleem.

Onderweg naar de Nissangarage, werden we door een politieagent aangehouden. Hij wilde ons een boete geven omdat we geen knipperlichten gebruikten. Nee, wij gebruikten op dat moment nog net de afrikaanse style van richting aangeven; arm uit het raam, vanwege de elektraproblemen. De agent nam Toms rijbewijs in en stond er mee te wapperen zo van “betalen of geen rijbewijs”. - We zijn sinds de laatste weken Toms internationale rijbewijs gaan gebruiken, ook al is deze alleen geldig sámen met het Nederlandse rijbewijs..alleen weten de agenten dat hier blijkbaar niet. Mochten ze het internationaal rijbewijs dan toch innemen, dan is er nog steeds geen man overboord. - Maar…na een kwartier stug volhouden om niet te gaan betalen, en de uitleg over de elektraproblemen en het garagebezoek, gaf de agent het rijbewijs toch gelukkig terug.

Bij de Nissangarage werd eindelijk de oorzaak van het elektraprobleem gevonden; de schakelaar van de achteruitrijdlampen was kapot en veroorzaakte kortsluiting. Weer een lange garage-hang-dag, maar wel een nuttige.

Nu we Paul ontmoet hebben, en hij eigenlijk nooit kookt, zijn we eens met hem samen op straat bij een cafetaria-hutje gaan eten. Dat beviel eigenlijk erg goed, én het is gewoon erg leuk om af en toe eens tussen de lokale bevolking in zo’n halfgaar barretje te hangen. Ze maken er goedkope en lekkere broodjes, met bv ei, avocado, ui, tomaat en mayonaise, wat ze er met een kwastje heerlijk dik overheen plamuren. Ook kun je op straat heel goed sandwiches met vlees eten, wat ze ter plaatse voor je klaarmaken op een bbq. Erg grappig om te zien was, dat ze ergens een poging tot engels hadden geprobeerd, op een broodkarretje stond geschreven “sadwishes”! We waren in het begin van de reis bang om ziek te worden van straat-eten, maar tot nu toe hebben we nergens last van gehad.


Verder naast alle regeldingen nog even ge-internet in de stad. Dit proberen we iedere week of iedere 2 weken zo’n beetje te doen, om de mail te checken en om de website bij te werken, maar in de laatste paar landen is de verbinding zó slecht en traag. Hierdoor is het soms onmogelijk om bijvoorbeeld foto’s op de site te zetten. We moeten trouwens nog even kwijt dat we steeds enorm genieten van alle reacties die jullie op onze website zetten en per e-mail naar ons sturen, écht leuk!

7 mei zijn we weer verder gereden richting Gabon, maar eerst hebben we ’s morgens dokter Henry Bisong nog even opgezocht in zijn kliniek, Cliniquede lEspoir. Hij stelde ons daar voor aan de directeur /professor, die het medicijn tegen HIV zou hebben uitgevonden. De professor heeft ons geprobeerd uit te leggen hoe het medicijn werkt. Maar wij hebben helemaal geen medische achtergrond, en weten echt niet wat we ervan moeten denken. Een medicijn om mensen met aids te genezen, van positief naar negatief, dmv 1 injectie, evt meerdere injecties in een vergevorderd stadium, ze zouden zo al een paar duizend mensen genezen hebben in deze kliniek. Vanuit verschillende werelddelen komen mensen overvliegen volgens de professor, om hier geholpen te worden. Wij denken dan weer: wáárom breng je het medicijn dan niet op de markt, er sterven zoveel mensen aan deze ziekte, én als je wil kun je er als uitvinder vast veel geld mee verdienen…maar volgens de professor loopt de kliniek tegen een enorme muur aan, qua overheidsinstanties, ziekenhuizen en dokters die er niet in (willen) geloven. Nadat de professor zijn deel had uitgelegd, heeft Henry ons de resultaten van het medicijn laten zien, dmv dossiers met waarden van patiënten die van positief naar negatief gegaan waren. Ookal weten we niet wat we ervan moeten denken, het was toch een hele bijzondere ervaring om deze kliniek en deze bijzondere mensen in Yaoundé te ontmoeten.

Hier vind je de Google Earth Waypoints van Kameroen.

donderdag 3 mei 2007

Benin en Nigeria

De grensovergang naar Benin verliep prima, wel erg traag, de mannen bij Customs hadden er niet zoveel zin in blijkbaar die dag. Onze visa hebben we hier ook weer aan de grens gekocht, alleen zijn deze helaas maar 48uur geldig, verlengen kan in Cotonou.

We hadden leuke verhalen gelezen over Grand Popo, een plaats aan de kust van Benin. We hebben in deze plaats een Auberge gevonden met een camping tussen de dennenbomen met uitzicht op het strand en de zee, gaaf! We kwamen daar Christoph en Judith (Duitsland) nog tegen, die we in Togo ook al eens ontmoet hadden. Zij zijn met hun Landrover ook onderweg naar Zuid-Afrika.


In Lomé hebben we de afgelopen week op de parkeerplaats van een vrij luxe hotel gestaan. Het voelde niet goed om daar midden tussen de auto’s van zakenlui/gasten onze was te doen en de auto op te ruimen. Dus hebben we dit uitgebreid op deze camping in Grand Popo gedaan, op ons in Burkina Faso gekochte Berberkleedje van plastic. Hierom hebben we in Marokko vreselijk gelachen, we vonden het zo truttig. Op alle campings legden de campinggasten berberkleden naast hun camper buiten op de grond, tegen stof en zand, maar nu wij er ook 1 hebben zijn we er toch erg blij mee, truttig, maar erg handig!


We hadden vanaf het eerste moment al een hoop “vriendjes”; jongens die zich als gids voordeden en ieder uur even kwamen checken of we al mee wilden gaan, vooral doof voor het woord ‘nee’ en ook hordes schoolkinderen die het principe privacy niet kennen. Als we aan het lezen waren kwamen ze gewoon bij ons op het kleed zitten met grote ogen kijkend naar al dat moois en interessants in onze auto…. of ze lazen al leunend op je stoel over je schouder mee.

Toen we op vrijdag in Cotonou kwamen bij de Direction Emigration Immigration, kregen we daar de aanvraagformulieren mee en vertelden ze ons dat we de formulieren ’s middags pas konden inleveren, en dat ze maandagavond klaar zouden zijn. Dat was voor ons totaal niet haalbaar, want we wilden dinsdagochtend vroeg de grens naar Nigeria overgaan, in het noorden van Benin (2 dagen rijden) aangezien de noordelijke route door Nigeria veiliger schijnt te zijn dan de zuidelijke route. We waren het er snel over eens dat we het erop zouden gokken om met verlopen visa verder te gaan. Dat liever dan de zuidelijke route te nemen. We hadden zowiezo alweer problemen met de auto, wéér elektradraden doorgesmolten, dus we hadden bedacht dat als we ernaar gevraagd zouden worden, we zouden vertellen dat we ivm autoproblemen niet voor het weekend naar Cotonou konden komen om de visa te verlengen….

In Cotonou heerlijk even boodschappen gedaan in een westerse supermarkt. Lekkere dingen ingeslagen, o.a. toetjes, kipfilet, en een stukje hele dure Edammer kaas, want we hadden bedacht die avond nassi te maken met ons laatste zakje nassimix en we hadden zo’n zin in een broodje echte kaas….ja af en toe moet je jezelf een beetje verwennen hoor! Ook nog onze slag geslagen bij een van de vele fruitkraampjes op straat; ze hebben hier van alles en het ziet er ook altijd zo gezellig uit. Zodra we aan kwamen rijden sprongen de verkoopsters al voor de auto om ons te stoppen voor hún kraampje, en toen we uitstapten werd Tom door 1 van de dames aan zijn arm meegetrokken naar een kraampje, en ik door een andere vrouw naar een andere kraam. En dus was het over en weer schreeuwen naar elkaar wie wat en waar ging kopen, naar elkaar toelopen kon niet, want de dames hielden ons gewoon vast, “koop bij mij!” was het steeds. We hebben wel gelachen hoor, ze waren erg aardig, maar wilden gewoon érg graag verkopen!

Na Cotonou zijn we weer teruggereden naar Grand Popo, nog een paar dagen genoten van het strand en de zee, en daarna naar boven gegaan, richting Dassa. Onderweg wéér elektradraden in de auto gesmolten, balen, want we hadden het idee om nog wat leuke dingen te gaan bekijken, o.a. een dorpje wat op palen boven het water is gebouwd. Toch maar weer de plannen gewijzigd en snel doorgereden naar Dassa om daar op onze verblijfsplaats te gaan sleutelen voordat het donker wordt.

Bij een hotel in Dassa op de parkeerplaats gekampeerd. We mochten er gebruik maken van douche en toilet, nou daar hebben we van genoten! Geen water, dus er stonden emmers water klaar met een bakje erin; het bucketshower principe, en er renden van die gezellige joekels van kakkerlakken rond. Ach, deze Afrikaanse badkamers vragen om wat creativiteit, vóór ieder toiletbezoek even flink klapperen op de grond met je slippers, dan kun je net even je gang gaan zonder beestjes rond je voeten. We merken nu toch wel, dat hoe verder we Afrika ingaan, we smerigere plekken tegenkomen.

Nadat Tom de bedrading in de auto zodanig gerepareerd had dat we weer verder konden rijden, zijn we richting Nikki gereden, om zo dicht mogelijk in de buurt van de grens te gaan overnachten. We hadden namelijk toch een beetje last van stress, want we hadden Nigeriavisa voor maar 1 week, vanaf 24 april. En in Calabar, helemaal aan de andere kant van Nigeria gelegen, moesten we de visa voor Kameroen nog aanvragen, vóór het weekend.

Die dag kwamen we aan het einde van de middag in Nikki aan, en hebben we bij het Douanekantoortje alvast de uitstempels voor de Carnet de Passage gehaald. Daarna naar de Gendarmerie doorgereden bij Chikanda, de grenspost naar Nigeria. Aldaar hebben we gevraagd of ze ook alvast onze paspoorten wilden uitstempelen en of we daar ergens in de buurt, evt naast het kantoortje mochten overnachten. Er werd in eerste instantie erg moeilijk gedaan over onze verlopen visa, maar na ons verhaal over de elektraproblemen en dat het nu al zo laat was om nog verder te rijden, en we vanaf morgen maar 1 week Nigeriavisa hebben, mochten we gratis binnen de poorten van het Gendarmerieterrein kamperen en werden onze paspoorten alsnog zonder extra kosten uitgestempeld.

24 april vroeg de grens overgegaan; aan de andere kant van het hek waren meteen het Nigeriaanse Gendarmerie- en Customskantoor al te vinden. We waren best zenuwachtig voor dit land ivm alle negatieve verhalen, onrust in het land rondom de verkiezingen (14 en 21 april). Maar toen we aankwamen, werden we door iedereen begroet met “goodmorning my brother/sister, you’re welcome” het waren stuk voor stuk vriendelijke mensen! Toen we, net over de grens in een dorpje een agent vroegen of hij wist waar we geld konden wisselen, regelde hij een houten bankje voor ons naast de auto waarop we mochten wachten, en kwam er een paar minuten later een jongen naar ons toe die geld kwam wisselen.

De route die we hadden gekozen bleek een zeer slechte piste met vele kuilen en gigantische plassen, het leken wel rivierdoorwadingen, wat een water. Wel een hele mooie route overigens, en in de kleine dorpjes waar we doorheen reden, hoorden we steeds vanuit de verste verte de kinderen “Matule!!!!!” naar ons schreeuwen, we moesten er erg om lachen, want ze zwaaiden er lief bij en gingen helemaal uit hun dak als ze ons zagen. Later toen we er iemand om vroegen, bleek dat Matule hetzelfde is als: White man of blanke!

Roadblocks, die hebben ze veel in Nigeria we hebben er in totaal zo’n 65 gehad, we zijn ze voor de grap namelijk gaan turven onderweg. Een roadblock in Nigeria kun je omschrijven als een gespannen touwtje over de weg, een slagboom, een paar mannen in uniform met geweren die midden op de weg gaan staan, of een lat met spijkers. Steeds werd er gevraag door de mannen waar we naartoe wilden, waar we vandaan komen, en wat we komen doen, en natuurlijk ook of we iets voor een arme agent over hebben…nou nee! Steeds als we aan kwamen rijden bij een roadblock gaf Tom de mannen een stevige hand, en zeiden we allebei met een big smile “goodmorning sirs, how are you?”, dan zeiden de mannen veelal “hey white man, goodmorning!” Alle keren werd er een praatje met ons gemaakt, en werd ons daarna een goede en veilige reis gewenst, zonder moeilijk te doen als we zeiden dat we geen kado’s hadden.

Deze 1e dag Nigeria zijn we naar Mokwa gereden, en hebben we bij een guesthouse overnacht op de parkeerplaats. Ze stonden ons wel raar aan te kijken, toen we zeiden dat we geen kamer wilden hebben, maar alleen een parkeerplaats, het principe kamperen kennen ze hier niet blijkbaar… Bij dit guesthouse hadden we nog een nieuwe variant qua badkamer; wel water, geen licht, en weer een paar huisdieren (de familie kakkerlak), maar na een paar dagen niet douchen, hebben we er toch maar voor gekozen het erop te wagen, dus dat was douchen bij zaklamplicht.

De dag erop van Mokwa via Abuja naar Makurdi gereden. Het verhaal over dat de automobilisten hier als gekken rijden klopt, ze denken hier dat Nigeria een racebaan is! Eind van de dag in Makurdi op weer op zoek gegaan naar een hotel waar we op de parkeerplaats wilden kamperen. 1 hotel wilde dit niet, een 2e hotel moest het vragen aan de manager. Alleen toen we stonden te wachten op het antwoord van de receptiedame, vertelde een man die daar rondliep aan ons dat als het niet zou lukken, hij nog wel een ander hotel wist, iets met Plaza… Daarop volgde een gigantische ruzie, de receptiedame beschuldigde de man ervan dat hij haar gasten probeerde af te pakken, en schold hem uit, waarop de man haar naar haar keel vloog. Hij trok zich uiteindelijk terug omdat hij zag dat wij ervan schrokken. We konden na een telefoontje alsnog blijven kamperen, maar we vonden het maar een rare bedoening en zijn verder gegaan, op zoek naar een ander hotel ….iets met Plaza. We hebben het gevonden, het bleek een aardig groot en luxe hotel, en we mochten en voor een leuk bedragje op de parkeerplaats staan.

Van Makurdi naar Calabar, een laatste lange autorit. Vroeg in de middag kwamen we in Calabar aan. Snel bij het Consulaat van Kameroen de visa aangevraagd. We mochten er zelfs op wachten, we kregen ze dezelfde middag nog mee. Blij en opgelucht; Nigeria bijna door én de visa binnen voor Kameroen, dit hebben we dan ook gevierd in het Serengetihotel, een luxe hotel in de stad. We mochten er op de parkeerplaats kamperen, maar toen de receptiejongen ons de kamers showde tijdens een kleine rondleiding, en we hoorden dat er gratis draadloos internet en filmkanaal was, en dat er airco was…hebben we ons toch maar getrakteerd op een nachtje in zo’n heerlijke hotelkamer.

De laatste dag Nigeria hebben we ’s ochtends eerst het apenopvangcentrum, de Drill Ranch in Calabar bezocht. Hier hebben we uitgebreid uitleg en een rondleiding gekregen, erg leuk. We komen natuurlijk al meer in de buurt van tropische regenwouden, waar o.a. veel apen leven! Binnenkort gaan we ze waarschijnlijk nog in het echt zien ipv achter de tralies…

Na het apenbezoek hebben we 7 tankstations bezocht om diesel te vinden, en bij de 7e hadden we eindelijk beet. Diesel blijkt slecht verkrijgbaar en duurder dan benzine hier. Tank volgegooid en op weg gegaan naar Ekang, naar de grens van Kameroen. Grappig, want wat bleek nou, er bestaat ook een plaatsje Ikang, waar iedereen ons steeds naartoe had gewezen, tja, het lijkt een beetje op elkaar. Hierdoor liep het allemaal behoorlijk vertraging op, en hoopten we maar dat we op tijd in de geplande plaats zouden komen voor het donker, niet in de bush hoefden te overnachten.

De weg naar Ekang was een heel slechte en modderige weg door een weer prachtig bosgebied. Een flinke regenbui gehad en onderweg de fiets verloren doordat de auto grote klappen maakte ivm de kuilen in de weg. Een jongen op een motorfiets kwam ons inhalen op een gegeven moment, om te zeggen dat we de fiets hadden verloren, een paar kilometer terug. Maf, we hadden het niet eens gemerkt. Aangezien we de fiets toch al niet gebruikten, ondanks onze goede voornemens, en het ding steeds in de weg zat, hebben we de jongen verteld dat hij hem mag hebben, hij vond het geweldig. Achteraf toen we verder bedachten we ons, dat de fietsendrager en het slot nog om de fiets zitten, en wij de sleutel hebben, dus voordat hij door de bossen kan fietsen heeft hij nog wel ietswat werk te doen!

Eind van de middag hebben we de grenspost in Ekang bereikt, de stempels bij de Nigeriaanse Customs en Police geregeld en daarna de brug overgereden naar de grenspost van Otu, Kameroen. De man van het Customskantoor bood ons uit zichzelf aan om bij het kantoortje te kamperen, aangezien het eerstvolgende dorp nog een aardig stuk rijden was, en het al donker begon te worden. Voor drankjes stuurde hij nog even een boodschappenjongen voor ons op pad, en zo werden we op een heel vriendelijke en gastvrije manier in Kameroen ontvangen.

De Google Earth Waypoints van Benin vind je hier en die van Nigeria hier.