dinsdag 27 maart 2007

Senegal

NA NGA DEF! (hallo in Wolof, de meest gebruikte taal in Senegal)

Van 9 tot en met 21 maart zijn we in Senegal geweest, waarvan 1 week bij Camping Zebrabar, aan de rand van Parc National de la Langue Barberie(bekend om vele vogelsoorten) vlakbij Saint-Louis. Een vriendelijk zwitsers echtpaar runt deze gezellige camping met bar;een plek waar veel Afrika-overlanders zoals wij komen. Eindelijk weer eens warme douches en schone toiletten, wat een luxe. Een heerlijk weekje gerelaxed; in De Senegal gezwommen, tot laat geborreld en spelletjes gedaan in de bar met Freya, Lander en andere (ook Nederlandse)campinggasten.

Tom en Lander zijn zelfs nog een middag mee geweest met een visser en zijn hulpjes, ze hebben samen met een boot op de Senegal gevist(de netten en lijnen die overdag waren uitgezet binnengehaald) En de vangst…die werd die avond op een kampvuur op het strand voor ons allen klaargemaakt…een unieke ervaring!




12 en 14 maart leek het voor ons wel Sinterklaas. Op de camping kwam een grote groep Nederlanders van de Amsterdam-Dakar-Challange, dat was wel even gezellig. Met veel een praatje gemaakt en elkaars auto’s bekeken, en omdat zij al bijna op hun eindbestemming waren, en bepaalde dingen niet meer zouden gebruiken, hebben ze ons blij gemaakt met unoxworsten, soep, duo penotti, pindakaas, jerrycans, een extra waterzak en wat Nissan Patrol onderdelen, nogmaals bedankt mensen!!!

Reizen is trouwens niet alleen luieren, reizen is óók werken ontdekken we nu wel; we hebben in deze week de auto schoongemaakt en heringericht na een aantal stoffige en stuiterige dagen, was gedaan, voorraad eten weer bijgevuld in de miniwinkeltjes en marktkraampjes van Saint-Louis, (om eten te kopen, dat is toch elke keer weer een belevenis in Afrika, je moet je gevoel voor hygiene écht overboord gooien hier, en je hebt hier veelal een neusknijper nodig…maar tot nu toe eten we evengoed nog verse groenten/vlees)en we hebben in de werkplaats op de camping de chasissteunen van de auto laten vervangen. De eigenaar had geregeld dat we zijn lasser wel een paar dagen mochten lenen, onder voorwaarde dat de lasser tussendoor, bij de geplande werkzaamheden van de watertoren op de camping zou helpen. Om te voorkomen dat we bijna 3 dagen de auto kwijt waren, zijn Tom en Lander samen bij de eigenaar “in dienst” gegaan, zodat de lasser door kon werken en de auto alsnog in 2 dagen klaar was.

Zo zijn we 16 maart uitgerust, opgeruimd, én met nieuwe chasissteunen weer op pad gegaan; naar Dakar op de visa voor Mali aan te vragen. Toch best spannend om de eerste keer een visum aan te vragen bij een ambassade (Mauritanië aan de grens geregeld en Marokko en Senegal geen visum nodig), maar het verliep vrij soepel; formulieren invullen (persoonsgegevens, wat is de reden van je bezoek, wat doe je voor werk, hoe heet je vader en je moeder, ja ze willen aardig wat van je weten..) dan betalen en paspoorten inleveren. Omdat de visa pas 19/2 klaar zouden zijn, hebben we het weekend in Dakar en omgeving doorgebracht.

Zo zijn we naar Lac Rose geweest, ook beroemd als eindbestemming van dé jaarlijkse Dakar Rally. Omdat het water hier 10 x zouter is dan de oceaan, en door de hoge concentratie mineralen, ziet het meer er roze uit wanneer ’s middags de zon hoog staat. Een heel vreemd, maar prachtig gezicht! Langs de kant van het meet zie je tientallen bergjes zout. De lokale vrouwen verzamelen hier het zout en doen dit vervolgens in zakken voor de verkoop.


Na een nachtje op en camping met uitzicht op Lac Rose, hebben we een opvangcentrum voor reuzenschildpadden bekeken, Le Village des Tortues, en zijn daarna weer naar Dakar gegaan.

In Dakar heb je voornamelijk hotels, geen campings, dus besloten we op zoek te gaan naar een hotel met “campingmogelijkheid” zoals het in onze reisgidsen staat beschreven. Rijden door Dakar is eigenlijk meer slalommen, scooters, auto’s, vrachtwagens, karretjes met ezels, scooters en overvolle taxibusjes en daartussen straatverkopers… Nu zijn we inmiddels al wel wat gewend hieraan, maar het was hier toch een slagje erger vanwege de wegwerkzaamheden. Op een gegeven moment reden we met zo’n 10 auto’s naast elkaar op de weg om ergens in te voegen, en tja, dan is het net als alle anderen, keihard toeteren+duwen, en dan kom je er wel.

Tijdens de rit, bij elk stoplicht en kruising, groots bezoek van straatverkopers aan de autoramen, een afstandsbediening? we have no tv! Klerenhangers? We do not have a closet! Of ze vragen of ze je schoenen mogen poetsen, ookal dragen we slippers..! Zelfs jochies die op straat proberen vogeltjes te verkopen, 100 kleine gele soort parkietjes in een hokje gepropt…we zitten dan al te grappen..”zou je hem dan in een zakje meekrijgen als je er een koopt..?” maar eigenlijk is het gewoon heel zielig.

Enfin, we hebben de “camping” uiteindelijk gevonden, een stuk grond naast een strand en restaurant, van het restaurant mochten we dan het toilet en de openlucht(strand)douche gebruiken, er was zelfs een nachtwaker. Nog een mazzeltje op deze camping; we bleken gratis te kunnen internetten via een draadloos netwerk uit de buurt wat blijkbaar niet beveiligd was.

Dit weekend ook nog een dagje Ile de Goree gedaan, het voormalig slaveneiland voor de kust van Dakar. Een heel toeristisch uitje, maar ook erg leuk om gezien te hebben; schattige straatjes en steegjes met koloniale huizen in vrolijke kleuren en oude gebouwen uit de tijd van de slavernij.

19 maart de visa opgehaald bij de ambassade van Mali, afgezakt naar Toubab Dialao, en overnacht in een soort backpackerscomplex genaamd Sobo-Bade. We hebben onze ogen uitgekeken, alle gebouwen, muren, daken, plafonds en vloeren, alles is versierd met mozaieksteentjes, schelpen en kunst (beelden), en beetje een Gaudi-achtige style.

We hadden al gehoord dat de route naar Mali via Tambacounda lastige zou zijn vanwege de slechte wegen, maar zoooo slecht hadden we ook niet gedacht, wat een weg, een gatenkaas is er niets bij! Maar ondanks al het gestuiter en de hitte in het binnenland, hebben we genoten van deze rit door de savanne; lieve kleine huisjes met strodaken, zwaaiende kindertjes die niet om cadeaus vragen, vrouwen met schalen fruit op hun hoofd, baobabbomen, mega sprinkhanen, gieren en heel veel yellow hornbillbirds (weet even de Nederlandse naam niet)

Wat dat betreft is Senegal een heel kleurrijk lang in tegenstelling tot Mauritantië, mannen en ook vrouwen lopen in Senegal in prachtige kleurrijke kleding, en zelfs vrachtwagens en taxibusjes zijn vrolijk beschilderd en versierd.

21 maart zijn we van Tambacounda naar Kayes (Mali) gereden. Onze wegenkaart gaf aan dat het een “unsealed road” zou zijn, maar dit bleek gewoon asfalt, dus binnen een paar uur waren we al bij de grens van Mali; uitstempelen paspoorten bij de politiepost en uitstempelen voor de carnet de passage in Kidira (Senegal), dan een stukje “nomansland”, vervolgens instempelen paspoorten en de douane van Mali in Diboli, en dit alles heeft slechts een uur geduurt. We werden bij de overgang zelfs vriendelijk geholpen en hoefden geen geld te betalen, wat we gewend waren bij de voorgaande landen, een leuk begin van Mali!

Hier vind je de Google Earth Waypoints van Senegal.

4 opmerkingen:

Anoniem zei

He Tom en Lau, klinkt echt allemaal fantastisch! En wat een coole megaschildpad :-) Volgens mij genieten jullie volop en dat is natuurlijk ook de bedoeling! Lau, het spinnen is weer gaaf, dus straks weer lekker met zijn allen! Hier is het nu best mooi weer, winterjas kan even uit for the timebeing. Tot later!

Groetjes Stefan en Maris

Anoniem zei

hoi lau en tom,
Leuk hoor om alles zo te lezen. Een hele ervaring, ik kijk eigenlijk iedere dag wel even om te kijken of er alweer iets nieuws op staat.
Geniet ervan.
Groetjes Natasja

Anoniem zei

Hee hallo

Pff ik wordt steeds meer jaloers...Wat een ontzettend avontuur zeg! Geniet er nog van. dikke kus Mirjam en Andres

Astrid zei

Hee Tom en Laura,
Ontzettend leuk om jullie belevenissen hier te volgen! Wat een avontuur! Have fun!
Liefs, Astrid